Niet gecategoriseerd

‘Je kent ze wel, zo’n moeder die….

‘Je kent ze wel, die ouders die niet mee willen werken. Zo jammer want daardoor komt het kind niet verder. Oh ja zeker, ik heb ook zo’n moeder die er werkelijk niks van snapt.’ Als coach raak ik in gesprek met verschillende hulpverleners of onderwijzend personeel, allemaal even enthousiast en passievol met hun werk bezig. Allemaal met verschillende interesses en deskundigheden. Het is mooi om te horen hoe zij met hun vak bezig zijn, ouders en kind verder willen helpen in de ontwikkeling. Tijdens een gesprek met collega’s wordt ik enorm getriggerd door de zin: ‘Die moeder die….of van die ouders, die….’ Het oordeel is geveld en de ander gaat er in mee omdat deze zulke ouders of zo’n moeder ook wel kent. Ik ben coach, maar ook moeder. Moeder van drie prachtige speciale kinderen die nu opgroeien naar zelfstandigheid en volwassenheid. Maar man man… wat was dat een weg. Wat heb ik als moeder, wat hebben wij als ouders bikkelhard moeten werken, om te komen waar we nu zijn.

Ik weet nog dat een hulpverlener 15 jaar geleden zei: ‘U mag ook gewoon moeder zijn! Geef het maar uit handen.’ Moe als ik was, durfde ik niks uit handen te geven, want mijn ervaring was, dat als ik het zelf deed dat het dan sneller ging en dat ik er zeker van was dat het gebeurde. Maar dan hebben we het over de praktische zaken die erbij komen als je een zorgintensief gezin hebt. Praktisch zaken, waar velen geen idee van hebben, zoals, PGB, rugzakje, gesprekken op school, bij de instantie en hulpverleners waar jou kind hulp ontvangt, kinderartsen, apotheek etc … En als je kind op school vast loopt komt er nog een schep boven op. Ik had soms 2 tot 3 gesprekken per week waarbij ik steeds oppas moest regelen voor onze thuiszitters, omdat onze kinderen volledig vast waren gelopen op school door overprikkeling en andere autismekenmerken. En nee, het buurmeisje kon niet komen oppassen, daar hadden we professionals voor nodig.

Wij als ouders, moeder, vader en gezin zijn beoordeelt en veroordeelt door professionals, de hulpverleners waarvan wij afhankelijk waren omdat het niet goed ging binnen het gezin, er kennis en ervaring ontbrak om kinderen met autisme groot te brengen. We hadden hulp nodig, maar waren er ook bang voor omdat het niet de eerste keer was dat ze een van de jongens uit huis wilden  plaatsen. De oordelen waren van ver te voelen en te horen. Ik kreeg te horen dat ik een control freak was, omdat ik de touwtjes niet uit handen durfde te geven. Dat ik een negatief persoon was, maar eigenlijk was ik te moe, en kon ik de chaos niet meer overzien. Ik riep niet om hulp, ik schreeuwde om hulp, maar de juiste hulp kwam niet!

Mijn man was het eerste jaar steeds aanwezig bij gesprekken op school en bij de hulpverleners, ondanks zijn werkweek van 37 uur. Als je ruim 10 jaar in het circuit meedraait kan je op een gegeven moment niet steeds vrij nemen om bij alle gesprekken aanwezig te zijn. Hoe vaak ik te horen kreeg: ‘Is uw man weer niet meegekomen? Nee, mijn man moet werken! Ja maar het is toch wel belangrijk dat hij er zo vaak mogelijk bij aanwezig is. Ja, dat weet ik heus wel, maar iemand moet het brood op de plank verdienen!’ En alles wat we vertelde kwam in een verslag te staan, voornamelijk alles wat niet goed ging. En ik kan je vertellen ik heb hard gewerkt, en ik weet dat veel ouders op hun eigen manier keihard werken om hun kind te helpen, om rust te vinden binnen het gezin, veiligheid willen bieden zowel thuis als op school, maar dat het soms door omstandigheden niet makkelijk gaat.

Veel ouders voeden hun kind op vanuit gevoel, en vaak werkt dat prima. Als je een kind krijgt met een uitdaging dan heb je wat extra’s te leren en heb je soms hulp van een ander nodig. Maar vader en moeder wordt je nog steeds uit liefde voor je kind en je hoopt dat je met jouw liefde een heel eind kan komen. Misschien dat ze eens een boekje of een tijdschrift openslaan over Opvoeding ,of gaan ze naar bijeenkomsten voor ‘Jonge mama’s. Een hulpverlener of een leerkracht gaat dit beroep uitoefenen vanuit liefde of passie voor het kind. Zij volgen een 3 a 4 jarige studie, lopen stage om ervaring op te doen, volgen workshops en lezingen en weten precies hoe de ontwikkeling van een kind verloopt. Sommige specialiseren zich met behulp van een extra cursus in een onderdeel zoals dyslectie, ADHD, of autisme.
Gek genoeg, kennen de ouders of kent meestal de moeder het kind het beste. Moeders kennen hun kind door en door, maar kunnen het niet altijd goed genoeg vertalen naar de ander. Tenslotte hebben zij ook geen 4 jarige opleidingen gevolgd om moeder te zijn. En de professional leert binnen de opleiding misschien het een en andere over gedrag, psychologie, pedagogisch opvoeden, en communicatie. Moeder zijn, doe je vanuit je hart en vaak niet vanuit de boeken.

Ik weet nog goed dat de leerkracht op school steeds complimentjes maakte over mijn zoon, waar hij bij stond, en begreep er niks van. Onze zoon schold mij thuis verrot, en gooide zijn spullen kapot, en maakte ruzie met zijn broertjes. Als ik dit vertelde, luisterde ze wel, maar kwam er vervolgens weer een compliment voor mijn zoon. Nu ik zelf al wat jaren verder ben, opleidingen en cursussen heb gevolgd begrijp ik waarom deze juf mijn zoon complimenten gaf. Toch begrijp ik niet dat er geen ruimte was voor begrip voor mijn ervaring en ik niet geholpen werd door simpel te luisteren en de kennis met mij te delen. Nee de kennis wordt binnenshuis gehouden en er wordt gedacht: ‘Die moeder…’ Iedereen weet dat alles wat positieve aandacht krijgt groeit, en dat negatieve aandacht ook aandacht is. Ja ik kende de zin wel en de betekenis ook, maar hoe je dat tot uitvoering moest brengen, daar had ik geen ideeën over. Ik was voornamelijk bezig met overleven, mijn gezin bij elkaar te houden en te zorgen dat de jongens zo min mogelijk beschadigt werden.

Onlangs ben ik gestart met een opleiding jongerencoach en tot mijn grote verbazing leer ik daar onderwerpen waar ik door geraakt wordt. Ik lees vol verbazing in mijn boek dat als cliënten ‘Ja maar….’ zeggen dat de cliënt dan ‘Nee’ bedoelt. ‘Ja maar’ is een beleefde manier om ‘nee’ te zeggen. ‘Ja maar’ is een verdedigingsmechanisme. Raakt dit mij vanwege oud zeer? Ja mogelijk wel, onze ‘ja maar’ kwam vanuit ons onbegrepen voelen, er werd niet geluisterd, we werden niet gehoord. Zegt dat dan iets over ons als cliënt? Of zegt dat iets over de hulpverlener? Ik schrok over dit stukje in mijn studieboek, want als ik dit als hulpverlener moet leren, dan zijn er nog zoveel andere hulpverleners die dit klakkeloos overnemen, en het oordeel over de cliënt, de ouders, de moeder of vader is geveld.

Wij als gezin werken nu al jaren met hulpverleners die bij ons passen, die werken zonder oordeel, kennis hebben van autisme en begrijpen dat wij ouders van een zorgintensief gezin onwijs ons best doen, net als de buurvouw aan de overkant die op haar manier haar best doet. Wat ik hierin duidelijk wil maken is dat je als hulpverlener kan opmerken dat ouders niet dezelfde kant opgaan als jij zou willen, dat zij vanuit vorige ervaringen, hun opvoeding andere waarden en normen hebben, maar ook zeker dat de kennis van alle studies die jij wel hebt gedaan, dat zij die niet hebben. Dat zij meestal wel bereid zijn om mee te werken, als jij ze maar goed uitlegt wat je van ze verwacht en waarom. Neem hen mee, en deel hen in de kennis die jij hebt, maar luister vooral naar wat ouders vertellen, en ga daar op in, vraag door zonder oordeel. Sommige ouders zijn gewoon te moe, of te vol om dingen op te pakken. Soms is er meer tijd en ruimte nodig voor ontwikkeling, en dat geldt voor zowel ouders als de kinderen.

Petra Dekker
www.coachaut.nl

Related post