Niet gecategoriseerd

Over communiceren bij autisme

Communiceren is een belangrijk onderdeel in ons leven. Communiceren doe je verbaal en non verbaal, dus met woorden en met lichaamstaal. Emoties worden vooral door het lichaam vertolkt.  Zoals je gezichtsuitdrukking, de toon die je gebruikt om nadruk te leggen op wat je zegt. Voor kinderen en volwassenen met autisme kan communiceren ontzettend lastig zijn. Juist omdat zij soms moeite hebben met het ontcijferen van de verbale en non-verbale  taal. Wat wordt er nou precies gezegd? Wat zegt je gezicht, hoe klinkt je stem? Voor wie is de boodschap bedoelt? Soms kan datgene wat iemand zegt in tegenspraak zijn met wat iemand ‘uitstraalt’. Dat kan dan heel verwarrend zijn.
Kinderen met autisme nemen woorden, uitdrukkingen en gezegdes vaak letterlijk. Ze kennen of herkennen alleen de letterlijke betekenis van het woord en kunnen dus niet de gevarieerde betekenis koppelen aan de context waarin zij zich bevinden. Bijvoorbeeld een persoon die door omstandigheden oververmoeid is en op eieren loopt.

Bij een vertraagde informatie verwerking waarbij de informatie bij elkaar gepuzzeld wordt zie je dat het kind soms letterlijk even stilstaan, en na denken. Zij hebben meer tijd nodig om de juiste woorden te vinden voor het formuleren van een zin of antwoord. Heb even geduld, want ze bezitten de kennis vaak wel. Beelddenkers kunnen niet altijd even makkelijk hun visualisaties in woorden omzetten. Als een beelddenker niet snel kan visualiseren wat er wordt gezegd, of mentaal de beelden niet bijeen kan houden, wordt de verbale boodschap niet vertaald en blijft deze zonder betekenis. Het is voor kinderen met autisme vaak moeilijk om abstracte dingen te leren waarover je niet in beelden kunt denken.

Daarnaast hebben we ook nog de ‘verborgen regels’. Dit zijn allerlei voorschriften en gewoonten die niet expliciet worden aangeleerd maar waarvan verondersteld wordt dat je die kent. Deze regels hebben onder andere betrekking op de omgang met anderen, op gedrag op school, en soms op veiligheid. Onder de verborgen regels vallen ook groepstaal, uitdrukkingen en straattaal. Dingen die de meeste mensen ‘gewoon oppikken’ of leren door te luisteren en te kijken naar de subtiele aanwijzingen als lichaamstaal.
Zo betekent  ‘zit niet zo op mijn lip’ met de bijbehorende lichaamstaal, bijvoorbeeld geïrriteerd kijken en harder gaan praten, voor de meeste mensen dat degene die aangesproken wordt beter even weg kan gaan. Een kind met autisme zal deze uitdrukking soms niet direct begrijpen, omdat zij de taal vaak letterlijk nemen. Mensen met autisme geven vaak aan dat wij (mensen zonder autisme) vaak dingen zeggen, maar niet duidelijk zijn in wat we ermee bedoelen.

Verborgen regels komen overal voor en kunnen per leeftijd verschillen, maar ook per sekse, per gezelschap, culturen, in het openbaar, thuis, op school en op het werk. Voor kinderen en volwassenen met autisme is het niet vanzelfsprekend dat zij deze ‘verborgen regels’ kennen, en dat maakt wel eens dat ze in situaties terecht komen die erg lastig voor hen zijn. Daarom is het van belang dat zij uitleg krijgen over deze verborgen regels, en dat zij leren hoe ze in bepaalde situaties het beste kunnen reageren, bijvoorbeeld door middel van sociale vaardigheidstrainingen.

Valkuilen in de communicatie met kinderen met autisme:

–           overtreffen
–           verwijten
–           belevingswereld negeren
–           negeren
–           misleiden
–           opleggen
–           wegkijken of afgeleid zijn
–           onderbreken
–           opjagen
–           zeggen dat je het wel snapt, als dit niet zo is
–           zuchten
–           oordelen, kritiseren, beschuldigen
–           ongeïnteresseerd zijn

 Wat kan je wel doen in de communicatie met kinderen met autisme :

–           rustig blijven
–           duidelijk zijn d.m.v  Wie, Waar, Wat, Wanneer, en Hoe!
–           met respect benaderen
–           structuur en regelmaat aanbieden
–           erkennen
–           belangstelling hebben
–           beperkte keuzes geven en onderhandelen
–           begrip tonen en luisteren
–           mee gaan in de belevingswereld
–           humor
–           privacy waarborgen
–           afleiden
–           eigen gevoelens benoemen
–           emotie van het kind benoemen (ik zie dat je heel erg boos bent)
–           Zelfreflectie naar eigen houding/attitude
–           grenzen aangeven op een vriendelijke manier
–           ik-boodschappen geven
–           uit laten spreken
–           de tijd geven
–           samenvatten
–           belangrijkste punten noemen
–           Checken of je het goed begrepen hebt (als ik het goed begrijp dan bedoel je../..zeg je

Als het verbale communiceren  niet goed lukt kan je er ook voor kiezen om het op te schrijven. Andere middelen zijn picto’s, tekenen, chatten, mailen, of sms-en. Dit voelt voor de ander makkelijker en veiliger.

Onze zoon had een probleem, maar vond het moeilijk om er over te praten, omdat hij zich schaamde. Ik merkte dit op en vroeg hem of hij het een idee vond om via de chat er verder over te praten. We zaten in de huiskamer en ik gebruikte de laptop en onze zoon zijn eigen computer. Via de chat vertelde hij zijn probleem, waarop ik kon reageren. Zonder elkaar aan te kijken, dus zonder nonverbale communicatie, konden wij het probleem samen oplossen. Toen het probleem voor onze zoon opgelost was, durfde hij er wel over te praten. Inmiddels wist hij de reactie van mij, en had hij gemerkt dat het probleem optelossen was.

www.coachaut.nl

 

Related post