Niet gecategoriseerd

Autisme en keuzes maken

Het hele leven bestaat uit keuzes maken. We hebben makkelijke en moeilijke keuzes, niet vergelijkbare keuzes, keuzes met verschillende consequenties en keuzes die je niet verder helpen. We worden dagelijks voor keuzes gesteld. Wat trek je aan vandaag? En trui of een T-shirt? Wat doe je op brood, kaas of worst? Dit zijn nog redelijke simpele keuzes met weinig gevolgen. Veel mensen maken keuzes zonder er bij na te denken, maar wat als je autisme hebt en moeite hebt met keuzes maken? Iedereen verwacht van je dat je een keuze maakt, en het is soms moeilijk te begrijpen dat je die keuze niet maakt.

Luuk is 19 en heeft autisme en heeft moeite met keuzes maken. Of eerlijk gezegd hij kan soms geen keuzes maken. En omdat hij het niet kan maakt hij geen keuzes en staat hij stil in zijn ontwikkeling. Luuk is afgelopen zomer gestart met de Havo, maar raakte zijn motivatie kwijt. Motivatie is een handig hulpmiddel bij het maken van keuzes. Maar als de motivatie minimaal of weg is wordt het nog moeilijker. Als ik Luuk vraag of hij morgen naar school gaat dan weet hij het niet. Hij weet niet of hij morgen naar school gaat, maar hij weet ook niet of hij thuis blijft. Als ik hem de voor en nadelen uitleg, kan Luuk nog steeds geen keuzes maken. Het lijkt dan of Luuk niks wil, en zijn eigen pad trekt. Als ik Luuk ’s morgens wakker maak om op te staan voor school, blijft Luuk in zijn bed liggen. Ik stel hem de vraag: “Ga je naar school?” en Luuk antwoord: ”Ik weet het niet!” Luuk weet niet welke keuze voor hem goed is. Als hij naar school gaat, waar doet hij het dan voor? Wat levert het hem op, hoe ziet de dag er dan uit? Luuk vind de lessen saai, de dagen duren lang, en thuis kan hij ook werk maken en leert hij de stof veel sneller. Als hij thuis blijft zijn de mensen om hem heen teleurgesteld dat hij niet naar school gaat, waardoor Luuk zich weer rot voelt, en vervolgens geen keuze kan maken, en blijft hij in bed. Mensen reageren dan op zijn gedrag, en zien een niet willende- , of niet meewerkende puber.

Het probleem is dat veel mensen, autisme voortdurend aan bepaald gedrag willen koppelen, maar geen enkel gedrag is exclusief voor autisme. Het is niet het gedrag dat op autisme duidt, maar de oorzaak van dat gedrag. De hersenen van mensen met autisme verwerken informatie anders. Om een goede keuze te maken , moet je de gevolgen van alle keuzes in beeld kunnen brengen. En deze zijn juist niet zichtbaar. Je hebt een goede verbeelding en inschattingsvermogen nodig om een ‘degelijke’ keuze te maken, een keuze waar je je goed bij voelt. Het inschattingsvermogen is gebaseerd op een goede centrale coherentie. Kinderen met autisme hebben een tekort in centrale coherentie. Het zicht op details bij autisme is sterker dan gemiddeld ontwikkeld, waardoor het inzicht voor het gehele samenhangende beeld (van een plaatje of situatie) trager verloopt. Kinderen en volwassenen met autisme hebben dus vaak een goed oog voor detail, maar hebben moeite om van de details een samenhangend geheel te maken. Lukt het dan uiteindelijk wel om een keuze te maken dan vergt dit een hoop organisatie. Plannen en organiseren is een kenmerk van een tekort aan executieve functies. Ze vinden het vaak moeilijk om goed te plannen en te organiseren, en om flexibel om te gaan met veranderingen. Het maken van keuzes vergt dan nogal wat vaardigheden. Keuzes maken is dan ook niet vanzelfsprekend. Het kan leiden tot besluiteloosheid, passiviteit, stress en frustratie.

Related post